De graankorrel in de aarde

Binnenkort begint de veertigdagentijd: de weken waarin we in de kerk toeleven naar het feest van Pasen.
Uw kinderen doen dat met Bijbel Basics, het kindernevendienstprogramma van het Nederlands Bijbelgenootschap waarin de Bijbel én het kind centraal staan.
Bent u benieuwd wat uw kinderen allemaal kunnen gaan beleven, en wilt u handreikingen om het gesprek met hen aan te gaan? Lees dan verder!

Kindermoment

Voor het moment met de kinderen in de kerk is er een poster waarop iedere week iets nieuws te ontdekken valt. De bijbelteksten die we op deze zondagen lezen, laten allemaal een ontwikkeling of een tegenstelling zien: bijvoorbeeld van klein zaadje naar grote plant, van moeite naar blijdschap, en van dood naar nieuw leven.

Op de poster zelf is steeds één kant van het verhaal zichtbaar: het kleine zaadje, de moeite, de angst, enzovoort. Daaroverheen wordt tijdens het moment met de kinderen een sticker geplakt die de ontwikkeling laat zien: de grote plant, de blijdschap, het nieuwe leven.

 

Zaaien en groeien

In de veertigdagentijd lezen we met Bijbel Basics bijbelverhalen rondom het thema ‘zaaien en groeien’. Het zaad dat in de grond valt, dat sterft en nieuw leven voortbrengt, is een bekend beeld voor de dood en de opstanding van Jezus, die we met Pasen vieren. Ook in andere bijbelteksten wordt het beeld van zaaien en oogsten gebruikt om iets te vertellen over God, en over wat het betekent om in hem te geloven.

De kinderen lezen in de weken vóór Pasen de volgende teksten:

Het voorbeeld van het mosterdzaadje (Matteüs 13:31-35)
De regel om de grond een jaar te laten rusten (Leviticus 25:1-13)
Het voorbeeld van het zaad dat op verschillende soorten grond valt (Matteüs 13:1-9, 18-23)
Een psalm over vreugde bij het oogsten (Psalm 126)
Het voorbeeld van de graankorrel in de aarde (Johannes 12:20-26)

Op de zondagen van Palmpasen en Pasen lezen we delen van het paasverhaal zoals Marcus dat vertelt (Marcus 11:1-11 en 16:1-11).

U kunt ook zelf een bijdrage leveren om de kindernevendienst te laten slagen. Hebben de kinderen bij Matteüs 13:1-9 en 18-23 een aardappelmannetje gemaakt? Dan kunt u een foto maken en dat naar de leiding mailen. Voor de vijfde zondag (11 maart) zijn misschien lege keukenpapierrollen of chipsbussen nodig.

Zondag 1

Het voorbeeld van het mosterdzaadje (Matteüs 13:31-35)

Op deze zondag lezen we het voorbeeld van het mosterdzaadje, een van de twee voorbeeldverhalen die Jezus in Matteüs 13:31-35 vertelt over Gods nieuwe wereld.

Voor de kinderen van 4-8 jaar richten we ons op het kleine zaadje dat tot een grote boom uitgroeit.

Voor de kinderen van 8-12 jaar richten we ons op Jezus die steeds in voorbeelden spreekt.

 

Met de jongere kinderen kunt u thuis doorpraten over Gods nieuwe wereld: wat stellen zij zich daarbij voor?

Aan oudere kinderen kunt u vragen wat zij ervan vinden dat Jezus vaak in voorbeelden of gelijkenissen praat. Vinden ze dat mooi, of juist moeilijk  te begrijpen?

Zondag 2

Een jaar niet zaaien (Leviticus 25:1-13)

Vandaag lezen we een tekst uit het boek Leviticus over twee bijzondere jaren.

Voor de kinderen van 4-8 jaar richten we ons op het zevende jaar, een jaar van rust: de Israëlieten moeten leven van wat er in het rustjaar vanzelf groeit.

Voor de kinderen van 8-12 jaar richten we ons op het ‘jubeljaar’: in het vijftigste jaar hoeven schulden niet terugbetaald te worden, want het is een heilig jaar.

Met de jongste kinderen kunt u praten over rust nemen. Wanneer hebben de kinderen daar behoefte aan? Waarvan krijgen ze nieuwe energie? Wat zouden ze doen als ze een jaar lang helemaal vrij waren?

Met de oudste kinderen kunt u doorpraten over schulden. Kennen ze dat zelf, dat hun zakgeld niet voldoende is en ze geld lenen om toch dat leuke gadget, spel of tijdschrift te kopen? Zijn er ook andere redenen waarom mensen schulden kunnen hebben? Wat moet dan gebeuren, volgens de kinderen?

Zondag 3

Het voorbeeld van het zaad dat op verschillende soorten grond valt (Matteüs 13:1-9, 18-23)

Vandaag lezen we het voorbeeld van Jezus over het zaad dat in goede grond valt, of juist op de weg of tussen het onkruid.

Voor de kinderen van 4-8 jaar richten we ons op de ene zaadkorrel die kan uitgroeien tot een plant met wel dertig, zestig of honderd keer zoveel graankorrels.

Voor de kinderen van 8-12 jaar richten we ons op de mensen die het goede nieuws horen en het ook begrijpen.

 

De jongste kinderen kunnen in de kinderdienst een aardappelmannetje knutselen. Misschien kunt u een foto maken van het zaad dat in de loop van de week uit zijn hoofd groeit en dat naar de kinderdienstleiding sturen? En u zou aan uw kind(eren) kunnen vragen wat spaghetti met dit bijbelverhaal te maken hebben…

Met de oudere kinderen kunt u het hebben over de kleine en grote dingen die kunnen groeien als je naar Jezus luistert. Wat kunnen ze bijvoorbeeld vertellen over Martin Luther King, Moeder Theresa of Florence Nightingale?

Zondag 4

Een psalm over vreugde bij het oogsten (Psalm 126)

Vandaag lezen we Psalm 126. De psalm gaat onder andere over de vreugde die de oogst kan geven.

Voor de kinderen van 4-8 jaar richten we ons op het beeld dat God mensen na een verdrietige tijd weer nieuw leven kan geven, net zoals regen alles laat groeien.

Voor de kinderen van 8-12 jaar richten we ons op mensen die nu huilen en verdriet hebben, maar die straks zullen zingen en juichen.

Regent het deze week een keer? Maak dan juist op dat moment met uw kind(eren) een wandeling. Praat met de jongste kinderen over wat de regen allemaal doet in de natuur. Kan God ook op zo’n manier werken? Met de oudere kinderen kunt u praten over wat ze moeilijk vinden, op school of thuis. Kunnen ze zich voorstellen dat dat ook weer voorbij gaat? Wat is daarvoor nodig?

Zondag 5

Het voorbeeld van de graankorrel in de aarde (Johannes 12:20-26)

Vandaag lezen we Johannes 12:20-26: het voorbeeld van de graankorrel in de aarde.

Voor de kinderen van 4-8 jaar richten we ons op het idee dat je anders gaat leven als je Jezus volgt.

Voor de kinderen van 8-12 jaar richten we ons op het beeld van de graankorrel die moet sterven voordat hij veel vruchten kan geven.

Vandaag lezen de kinderen best een moeilijke tekst. De jongste kinderen denken in de kinderdienst erover na wat Jezus bedoelt als hij zegt dat je hem moet volgen. U kunt aan hen vragen wat ze deze week gaan anders gaan doen n.a.v. het verhaal.

Met oudere kinderen kunt u doorpraten over de vraag wat je soms moet opgeven om er nog iets mooiers voor terug te krijgen.

Zondag 6

Jezus komt in Jeruzalem aan

Vandaag lezen we Marcus 11:1-11, over Jezus die in Jeruzalem aankomt en daar met gejuich wordt ontvangen.

Voor de kinderen van 4-8 jaar richten we ons op de blijdschap waarmee de mensen Jezus toejuichen.

Voor de kinderen van 8-12 jaar richten we ons op Jezus die op een ezel rijdt, en op de mensen die hem als nakomeling van koning David begroeten.

 

Met de jongste kinderen kunt u praten over waarom de mensen zo blij zijn dat Jezus komt. Zien ze zelf ook uit naar Pasen? Wat zouden zij doen als Jezus in hun stad binnen zou komen?

Aan oudere kinderen kunt u vragen wat ze over ezels geleerd hebben, en vooral wat ezels met koningen te maken hebben.

Zondag 7

Het graf is leeg.

Vandaag lezen we Marcus 16:1-11, over de vrouwen die ontdekken dat het graf van Jezus leeg is.

Voor de kinderen van 4-8 jaar richten we ons op de vreugde van Maria uit Magdala. Zij is de eerste die Jezus ziet nadat hij is opgestaan.

Voor de kinderen van 8-12 jaar richten we ons op de uitleg van de jonge man bij het graf: de vrouwen hoeven niet bang te zijn, want Jezus is opgestaan uit de dood.

De kinderen kunnen een witte tulp meekrijgen uit de kindernevendienst om daar thuis een proefje mee te doen. Misschien wilt u hen helpen en zo het feest van de opstanding nog kleurrijker maken?